De geschiedenis van toerisme in Valkenburg deel 1
Vanaf halverwege de 19e eeuw groeit Valkenburg van een klein, onbekend stadje uit tot een populaire vakantiebestemming voor de rijke elite. Met gezonde lucht, prachtige natuur en historische bezienswaardigheden zoals grotten en kasteelruïnes trekt het stadje steeds meer toeristen. De aanleg van de spoorlijn in 1853 en de oprichting van de eerste VVV in 1885 geven het toerisme een enorme boost. Door de jaren heen verrijst Valkenburg als een toeristisch centrum met hotels, kuuroorden en attracties, en wordt het steeds bekender, zowel in Nederland als internationaal.
1850-1930 ‘LuftKurort’
Vanaf 1850 verandert Valkenburg van een klein onbeduidend stadje, sluimerend tussen de heuvels, tot een geliefd vakantieoord voor gasten uit de gegoede midden- en hogere klasse. Met hun calèches en landauers arriveren zij in o.a. Hôtel de l’Empereur en Hôtel Croix de Bourgogne, waar zij verpozen en zich te goed doen aan een maaltijd. De gasten in die tijd zijn natuur- en cultuur minnaars. De Valkenburgergroeve vormt de pijler van het toerisme. Dit was een bezienswaardigheid van wereldklasse.

De mooie natuur in het Geuldal en de gezonde lucht maken deze streek geliefd bij de welgestelde toeristen. De eerste hotels zijn gelegen in het historisch stadscentrum en uiteraard van mergelsteen. Het oprukkende toerisme heeft ervoor gezorgd dat het ‘cultuur en historisch bewustzijn’ van de Valkenburgers op gang komt. Het heeft ertoe geleid dat naast vernieuwing ook consolidatie een rol gaat spelen. In 1863 worden al beschermende maatregelingen voor de Kasteelruïne getroffen.

Het stadje wordt ook geliefd als woonplaats van de hogere burgerij uit de steden in de omgeving die rust en een mooie natuur zoeken. Onder hen zijn oud-officieren van het garnizoen van Maastricht. Het zijn dit soort ‘vreemdelingen’ die via hun contacten de eerste gasten lokken en ook de eerste initiatieven nemen.
Al halverwege de 19e eeuw staat Valkenburg nationaal en internationaal bekend als ‘Luft Kurort’. Er heerst het idee dat de lucht in Valkenburg gezonder is vanwege de afwezigheid van ‘malaria’ (slechte lucht).
Kurhaus ’t Huis ter Geul wordt in 1890 door Pierre Cuypers ontworpen. Het is gebouwd door de ‘N.V. Maatschappij tot exploitatie van een rust- en herstellingsoord’ waarin Pierre Cuypers zelf zitting heeft. Het sluit aan bij de kuurgedachte die in die tijd, vooral in Duitsland opgang doet.
In de Kuuroord periode zijn vooral kasteelruïne, de stadsomwalling met de poorten en de natuur geliefd bij de welgestelde toeristen, dit heeft o.a. te maken met de idealisering van ‘het magistrale platteland’. De hotelsector breidt uit, voornamelijk tussen het historisch stadscentrum en het station. Welgestelde families ‘rijke Hollanders’ bouwen aan de rand van Valkenburg vele villa’s en buitenverblijven.

1853 Aanleg spoorlijn
De aanleg van de spoorverbinding Aken-Maastricht in 1853 geeft aan het toerisme een nieuwe impuls. Als in 1865 Maastricht ook een spoorverbinding met het noorden van Nederland krijgt, is Valkenburg uitstekend bereikbaar voor bezoekers uit alle windstreken.Het station van Valkenburg uit 1853 is het oudste, nog in gebruik zijnde station van Nederland. Voor de bouw laat Ir. Jacobus Enschede zich inspireren door het in Tilburg gebouwde paleis van koning Willem II. De architectuur valt te beschouwen als ‘nieuwerwetse poort’ tot de stad.

1885 Vereniging voor Vreemdelingen Verkeer (VVV)
Een aantal Valkenburgse ondernemers richt in 1885 de Vereniging voor Vreemdelingen Verkeer (Nederlands eerste VVV) ‘Het Geuldal’ op om gezamenlijk de belangen van het toerisme en de toeristische ondernemers te behartigen. Men maakt gezamenlijke reclame, geeft reisgidsen uit, plaatst rustbanken, organiseert fakkeloptochten in de onderaardse groeven (door de Valkenburgers ‘de Berg’ genoemd), er worden gidsen aangesteld, een houten uitzichttoren (1898) gebouwd en muziekuitvoeringen georganiseerd. Uiteenlopende concerten en bals vinden plaats zowel overdekt als in de buitenlucht. Als aanvulling op de wandelingen worden er rijtuigen verhuurd voor een tochtje door het Geuldal.
Van een middeleeuws vestingstadje met het karakter van een dorp van boeren en ambachtslieden is Valkenburg gegroeid tot een luxe plaats metinternationale bekendheid. Deze grote metamorfose is in hoofdzaak het werk van één man Theodoor Dorren. Hij is de drijfveer, de krachtige motor van de VVV ‘Het Geuldal’.

Wilhelminatoren
De VVV ‘Het Geuldal’, voornamelijk in handen van de ‘liberalen’ en bovendien gesteund door de ‘vreemdelingen’, wekt ook weerstand op. In 1906 wordt door de conservatieve (katholieke) factie het Kur-Comité ‘Falcobergia’ opgericht, een soort ‘tegen-VVV’. Deze organisatie bouwt als tegenhanger van de uitzichttoren van de VVV op het Rotspark een nieuwe stenen toren op de Heunsberg die met 30 meter ook nog een stuk hoger is. Deze uitkijktoren, Wilhelminatoren genaamd, is nog steeds een van de blikvangers van Valkenburg. Hij biedt een magistraal panorama over het Limburgse landschap. Zelfs voorbij de grens met België en Duitsland.
In het voorjaar van 2025 is de Wilheminatoren helaas ingestort, het plan is om hem te herbouwen.

De Kasteelruïne
De Kasteelruïne is een van de grootste attracties. Men neemt maatregelen om verder verval te voorkomen en de ruïne beter toegankelijk te maken, muren worden hersteld zodat de bezoeker zich een duidelijk beeld kan vormen van de voormalige burcht van de heren van Valkenburg. Men legt geheime gangen bloot die sinds eeuwen onder de grond verborgen zijn.
Bekende Nederlanders
Veel Nederlanders die in Valkenburg ‘kuren’ komen niet alleen op vakantie maar wonen hier gedurende langere tijd of vestigen zich er voorgoed. Sommigen hebben uitgebreid hun sporen achtergelaten zoals de bekende architect Pierre Cuypers en de familie Diepen (Tilburgse textielfabrikanten). De schrijfster Betsy Perk draagt bij aan het in brede kring bekend maken van het toeristenstadje aan de Geul.
Al rond 1890 worden er al heel wat folders en reisgidsen uitgegeven. Zij beschrijven de mooie natuur en alle bezienswaardigheden in Valkenburg. Al in 1885 worden 12.000 overnachtingen geteld.
Een mooie reclameslogan uit die tijd
‘Bezoekt Valkenburg, het middelpunt van de Nederlandsche Ardennen’.
Aanvankelijk logeren de toeristen ook bij Valkenburgers thuis en in ‘chambres d’hôtes’. Vanaf de laatste decennia van de 19de eeuw worden, voornamelijk tussen het station en het centrum, nieuwe moderne hotels gebouwd die de toeristen comfortabel en op stand kunnen verzorgen. Deze kunnen wedijveren met de betere hotels in het buitenland. Rijk voorziene winkels stellen hun waren te kijk voor glanzende spiegelruiten en sierlijke villa’s omzomen de brede uitvalswegen. Het aantal inwoners verdubbelt.
Lees verder “Het verhaal van het Toerisme deel 2”.
